Omdat Nederland bekend staat om zowel zijn fiets- als treinnetwerk, was het een modieus idee om de twee vervoerswijzen in één reis te combineren. In de jaren negentig stonden motorrijders bij aankomst op een station voor een dilemma. “Er waren toen alleen fietsenrekken buiten het station, zodat je je fiets kon stallen en bidden als je terugkwam van je treinreis”, zegt Herbert Diemens, Utrechts beleidsadviseur stadsfietsen.
Een essentiële verbinding
‘Of je kon de kerkers van een treinstation binnengaan, waar het donker en vochtig was en naar olie en vet rook.’
Niemand, ook fietsers en herontwikkelingsgezinde stadsleiders, is blij met de status quo.
“Steeds meer gemeenten willen het stallen van fietsen in de openbare ruimte verbieden om kwaliteit toe te voegen aan het stationsgebied of om vastgoedontwikkeling mogelijk te maken”, aldus Nederlandse Geschiedenis 2021. Fietsparkeren bij stations.
De Nederlandse Spoorwegen van hun kant zagen verbeterde first- en last mile-verbindingen als een urgente prioriteit. “Wij geloven dat fietsparkeren een onmisbare schakel is in de reis van huis naar bestemming”, zegt Rebecca van der Horst, projectleider mobiliteitsdiensten bij de Rijksdienst voor Ondersteuning.
In 2012 heeft de Nederlandse overheid het vrijgegeven Plan van aanpak fietsparkeren stations, een toewijzing van € 221 miljoen voor uitvoering. De vooruitgang is snel gegaan: in 2019 waren er ongeveer 96.000 parkeerplaatsen toegevoegd aan treinstations, waarmee het totaal op 500.000 kwam, terwijl veel bestaande voorzieningen waren aangepast.
In 2020 trok het kabinet 200 miljoen euro extra uit om tegen 2025 100.000 extra plaatsen te creëren.
Mevrouw Van der Horst merkt op dat 106 treinstations in Nederland beveiligde fietsenstallingen bieden, half geautomatiseerd en half bemand (waaronder de laatste: de nieuwe faciliteit met 7000 plaatsen in Amsterdam, onder water gebouwd voor een bedrag van € 65 miljoen).
De heer Diemens zei dat de 22.000 fietsenstallingen in het treinstation van Utrecht een elfvoudige toename vertegenwoordigden in het afgelopen decennium. In de spits bereikt de bezettingsgraad 70 procent.
De beleving van het stallen van fietsen op het treinstation is relatief uniform in heel Nederland: bij aankomst haalt een gebruiker een chipkaart – dezelfde kaart waarmee hij in de trein stapt – en plaatst zijn fiets vervolgens in een beschikbare ruimte (sommige garages bieden elektronische borden met real-time informatie over capaciteit bij elke wachtrij). Eigenaars van bakfietsen kunnen worden opgesloten in een speciale ruimte met meer ruimte.
Meer dan 30 stations, waaronder Delft, Utrecht en Hilversum, bieden reparatiewerkplaatsen op het terrein, waar fietsers hun fiets kunnen afzetten voordat ze de trein nemen en deze weer kunnen ophalen bij terugkomst. (Als het niet klaar is, kunnen ze een schuldeiser krijgen.)
Mevrouw Van der Horst zei dat bijna drie keer zoveel pendelaars in de ochtendspits hun fiets gebruiken als vervoermiddel voor de eerste kilometer naar het station dan voor de laatste kilometer, omdat het vaak gemakkelijker is om naar de eindbestemming te lopen. trein
De Nederlandse Spoorwegen biedt binnen haar garages huurfietsen aan uit het landelijke fietsdeelnetwerk OV-fiets. Het fietsdeelsysteem is alleen beschikbaar op treinstations, waardoor de Nederlandse Spoorwegen de kosten en operationele uitdagingen van het herschikken van fietsen gedurende de dag kunnen vermijden.
Een waardevolle verliesleider
De eerste 24 uur stationsstalling is gratis; Daarbuiten rekent de Nederlandse Spoorwegen € 1,35 ($ 2,20) per dag in een bewaakt station of € 0,55-0,65 per dag in een geautomatiseerd station. Bewoners kunnen rond de € 80,- betalen voor een jaarpas voor fietsenstalling, handig voor het stallen van een woon-werkfiets in het weekend en op feestdagen. Passagiers die hun fiets ophalen, scannen bij het uitstappen hun chipkaart. De NS vergoedt tot € 750,- bij diefstal van een beschermde fiets.
Mevrouw van der Horst zegt dat inkomsten uit dagelijks parkeren, jaarabonnementen en deelfietsverhuur de kosten dekken van het runnen van fietsenstallingen op stations. De Nederlandse Spoorwegen en gemeenten vullen het resterende gat op.
NS ziet fietsparkeren als een waardevolle verliesleider die het bedrijfsresultaat versterkt. Op zich: “Fietsparkeren is geen winstgevende business”, zei Van der Horst. “Maar passagiers kopen kaartjes, ze kopen koffie op het station. Als je dat soort inkomsten toevoegt, wordt het winstgevend.
Gezien de populariteit van fietsen in Nederland, is de parkeerinvestering van de spoorwegmaatschappij ook een defensieve reactie, die reizigers ontmoedigt om fietsen in volle treinen te slepen.
“We verzorgen 1,1 miljoen ritten per dag”, zei Van der Horst. “Als 40 procent van de pendelaars met de fiets komt en we geen stalling meer bieden, vervoeren we fietsen het hele land op en neer in plaats van mensen.”
Verbeterde parkeerfaciliteiten lijken zowel het trein- als het fietsgebruik te hebben gestimuleerd: mevrouw van der Horst zegt dat vliegtuigpassagiers nu twee keer zo vaak met de fiets komen als twintig jaar geleden (totale treinreizen zijn in die periode ook toegenomen).
Sterker nog, steden als Utrecht en Amsterdam claimen topvastgoed voor treinstations terug om er parken en gemengd gebruik van te maken in plaats van lange rijen geparkeerde fietsen.
Andere Europese landen volgen het voorbeeld van Nederland.
In België opende de stad Leuven onlangs een ondergrondse parkeergarage met zo’n 1000 parkeerplaatsen en een reparatiewerkplaats. Het Franse nationale spoorwegnet, SNCF, biedt 24.000 beveiligde fietsenstallingen in stations in het hele land, waaronder ongeveer 2.000 in Parijs.
Fietsenstalling ‘Non’
Dergelijke voorzieningen zijn voor Nederlandse begrippen klein, maar zelfs op de drukste Amerikaanse treinstations doen ze de fietsparkeerplaatsen in het niet.
Vorig jaar haalde de Grand Central Terminal in New York City de krantenkoppen toen het zes (ja, zes!) beveiligde fietsenstallingen aanbood op basis van wie het eerst komt, het eerst maalt (in de stad bij Penn Station, het drukste station van Noord-Amerika). )
“We hebben geen fietsenstalling in onze spoorwegcentra”, zegt John Orcutt, de belangenbehartiger van Bike New York.
Het is een soortgelijk verhaal in veel andere Amerikaanse steden. Inwoners van Washington kunnen hun fietsen veilig stallen bij een “bikestation” naast Union Station, maar de faciliteit, die 150 fietsen in een beveiligde structuur huisvestte, is al jaren gesloten.
Nu kunnen inwoners van Washington en pendelaars die de stations gebruiken op hun fiets stappen of ze in een buitenrek opsluiten om de regel te activeren. Met forenzenspoorsystemen zoals American Rail, Amtrak en Maryland’s MARC kunnen passagiers hun fiets meenemen, maar de capaciteit is beperkt; Er zijn slechts vier fietsen toegestaan in de Easter-treinen in het centrum van Boston North naar Maine.
Zoals mevrouw van der Horst opmerkte, kan fietsenstalling duur zijn om op te schalen in forensentreinen.
Forensen in veel Amerikaanse steden kunnen deelfietsen gebruiken om het treinstation te bereiken, maar slechts op een paar plaatsen, zoals Austin, Texas, is deelfietsen geïntegreerd met lokaal vervoer.
Regionale spoorwegnetwerken in de VS zouden baat kunnen hebben bij verbeterde fietsenstallingen, zegt de heer Orcutt. “Hun systemen zijn veel compacter dan die van Amtrak en hebben meer vaste passagiers.”
“De vraag naar fietsen en ritten overtreft de beschikbaarheid in sommige steden”, zei een academische studie van de Amerikaanse en Canadese integratie van fietsen en vervoer, die 14 jaar geleden in 2009 werd gepubliceerd.
Uit een onderzoek in Toronto, de grootste stad van Canada, bleek dat een op de drie reizigers in de forensentrein zei dat ze vaker naar hun lokale station zouden fietsen als ze toegang hadden tot veilige infrastructuur.
Nederland suggereert dat het repareren van de zwakke schakel van fietsparkeren bij treinstations een grote impact kan hebben op reisbeslissingen.
Een studie concludeerde: “De Nederlandse ervaring leert dat fietsgebruik op toegangswegen [to and from stations] Adequate en aantrekkelijke fietsparkeervoorzieningen kunnen worden bevorderd.
Spoor- en transportsystemen hoeven geen Nederlandse concessies te bieden, zoals reparatiewerkplaatsen op locatie en verzekeringen voor gestolen fietsen. Maak de fietsenstalling veilig en toegankelijk en je bent klaar om te gaan.
Bloomberg StadsLab
‘Webgeek. Wannabe-denker. Lezer. Freelance reisevangelist. Liefhebber van popcultuur. Gecertificeerde muziekwetenschapper.’