Nederland werkt al jaren samen met Ghanese tuinbouwboeren en ondernemers en ziet de sector als een van de belangrijkste aanjagers van de economische groei in Ghana. Er zijn drie belangrijke redenen om partnerschappen in de tuinbouw verder te versterken: economische ontwikkeling, verbeterde voedselsystemen en werkgelegenheid.
Economische ontwikkeling
De landbouwsector is belangrijk voor de Ghanese economie. Bijna 20% van het bbp is gekoppeld aan de landbouw (GSS, 2022) en ruim 30% van de exportopbrengsten (FAO, 2023). De waardeketen van de tuinbouw speelt een belangrijke rol in de economie, zowel voor de binnenlandse als voor de exportmarkten, en de sector groeit met gemiddeld 10%. Vergeleken met het gemiddelde van 3,3% voor de bredere landbouwsector zijn de marktkansen in de groenten- en fruitproductie aanzienlijk.
Momenteel produceert Ghana vooral tomaten, paprika, uien en okra, maar veel van deze producten worden geïmporteerd uit omliggende landen, vooral uit Burkina Faso, Niger, Kameroen en Togo. Ghana produceert slechts 5 procent van de uien die in eigen land worden geconsumeerd, en er zijn aanwijzingen dat de markten van Kumasi en Accra alleen al voor 120 miljoen dollar aan verse en gedroogde uien hebben geïmporteerd (RVO, 2021). In totaal importeert Ghana voor 3,4 miljard dollar aan voornamelijk verwerkte landbouwproducten. Veranderende veiligheidssituaties in de Sahel zetten periodiek een deel van deze import onder druk, zoals we hebben gezien bij Nigeriaanse uien en Burkinese tomaten die de handelsstromen stopzetten.
Dit vormt een uitdaging voor Ghana, aangezien de gemiddelde inname van verse groenten door de Ghanezen al relatief klein is vergeleken met de regionale buren.
Verbeterde diëten
Uit het Global Nutrition Report blijkt dat de groenteconsumptie in Ghana slechts 46% bedraagt van de aanbevolen hoeveelheden voor een gezonde levensstijl. Gemiddeld zou een persoon minimaal 400 gram fruit en groenten per dag moeten consumeren (FAO/WHO). In Ghana wordt momenteel zelfs niet aan de inname van 200 gram voldaan. Dit komt deels door de relatief hoge prijzen van groenten en fruit. Uit de Ghana Living Standards Survey blijkt dat 13% van de totale voedseluitgaven naar groenten gaat, voornamelijk tomaten (36%), uien (19%) en pepers (10%). Een belangrijke manier om met de hoge voedselprijzen om te gaan, is door steeds efficiënter te gaan produceren. Daarom sluit Nederland zich aan bij initiatieven in heel Ghana om de tuinbouwproductie te maximaliseren en de productiekosten te verlagen.
Belangrijke aandachtsgebieden zijn de ontwikkeling van duurzame waardeketens voor gewassen, het verbeteren van de toegang tot markten en toegang tot financiering, het trainen van boeren in goede landbouwpraktijken en ondernemersvaardigheden, en ten slotte de toegang tot nieuwe en verbeterde fruit- en groentevariëteiten. Een hogere productie leidt tot groei van de sector, een grotere vraag naar agrarische diensten en groei van de waardeketen.
De werkgelegenheid zal toenemen
Momenteel is de landbouwsector de grootste werkgever in Ghana. Ongeveer 36% van de 31 miljoen Ghanezen werkt in de sector (GSS 2019), in totaal 11 miljoen mensen. Er wordt echter aangenomen dat velen van hen op zeer kleine schaal opereren. Momenteel wordt 77% van de 11 miljoen beschouwd als zelfvoorzienende boeren (FAO). De regeringen van Ghana en Nederland delen het perspectief dat het anders moet.
Het wordt algemeen erkend dat kleine en middelgrote ondernemingen de ruggengraat van de economie vormen. Ze leiden tot economische groei, industrialisatie en werkgelegenheidscreatie. Daarom werkt Nederland samen met een grote groep belanghebbenden, waaronder het ministerie van Voedsel en Landbouw, om het Ghanese voedselsysteem te ondersteunen en te ontwikkelen tot een omgeving waarin tuinbouwboeren en ondernemers kunnen gedijen.
Daarom werkt Nederland samen met de Guadaso Agricultural College, de Technische Universiteit Delft en het Nederlandse bedrijf Holland Greentech om curricula voor de tuinbouw te ontwikkelen en cursussen te introduceren die gericht zijn op de landbouw als bedrijf. De East West Seed Knowledge Exchange traint momenteel 12.000 boeren in de Ashanti- en westelijke regio’s over goede landbouwpraktijken en het gebruik van hoogwaardige hybride zaden. Verschillende initiatieven in Nederland zijn gericht op het verstrekken van actuele weersgegevens aan boeren in de volle grond om de productiviteit te verhogen en digitale oplossingen te introduceren in de waardeketen van de tuinbouw.
De gecreëerde banen zullen resulteren in hogere inkomens, meer ondernemingen, meer banen, betere kwaliteit en voedzamer voedsel, waardoor een win-win-partnerschap mogelijk wordt. Een voorbeeld van die samenwerking is te zien bij de opening van de Groenten- en Fruitbeurs die voor de zevende keer wordt georganiseerd door het onlangs opgerichte Horticulture Business Platform (HBP). Deze nieuwe organisatie is een platform waar boeren, coöperaties, overheden, ondernemers, kennisinstellingen, het Ghanese en Nederlandse bedrijfsleven en ontwikkelingspartners samenkomen. Het platform bouwt bruggen, faciliteert partnerschappen en biedt informatie uit de eerste hand over de behoeften van de sector. Belanghebbenden die geïnteresseerd zijn in HBP kunnen voor meer informatie een e-mail sturen naar [email protected].
Nu Ghana verder gaat dan hulp, investeert Nederland in verdieping van de samenwerking op het gebied van handel en investeringen tussen de landen. Nederland is in absolute termen de op een na grootste landbouwexporteur ter wereld, met een export van 105 miljard euro, wat neerkomt op ongeveer 1,3 biljoen cedi’s per jaar. Van dit bedrag worden 160 miljard cedi’s geëxporteerd uit groenten en fruit. We beschikken over agrarische consumptiegoederen, maar ook plantmateriaal, innovatieve technologieën, ervaring, expertise en meer om de Ghanese tuinbouwsector te helpen de broodnodige vooruitgang te boeken. Vanuit dit partnerschapsperspectief ziet de toekomst van de tuinbouw in Ghana er rooskleurig uit.
‘Webgeek. Wannabe-denker. Lezer. Freelance reisevangelist. Liefhebber van popcultuur. Gecertificeerde muziekwetenschapper.’