Een non-concurrentiebeding is standaard onderdeel van de meeste Nederlandse arbeidsovereenkomsten. In Nederland is echter een nieuw wetsvoorstel aangenomen, dat gevolgen zal hebben voor deze regel en de toekomst van de arbeidsovereenkomsten in Nederland. Van Roos von Zaltbommel GMW-advocaten Legt uit hoe de nieuwe regelgeving eruit gaat zien met betrekking tot niet-concurrentiebedingen.
In de meeste arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd in Nederland is een niet-concurrentiebeding opgenomen, dat het werken bij een concurrerend bedrijf binnen een bepaald grondgebied gedurende een bepaalde periode verbiedt. De formulering van deze clausule is vaak te ruim en kan sollicitanten ervan weerhouden te solliciteren naar een baan bij een nieuwe werkgever, vooral als de baan zich op een klein en gespecialiseerd terrein bevindt.
Op 1 maart 2024 keurde de Raad van Ministers echter een nieuw wetsvoorstel goed dat de wet voor deze niet-concurrentiebedingen zou wijzigen. De wijzigingen zullen naar verwachting begin 2025 van kracht worden. Hier volgt een kort overzicht van wat er verandert.
Waarom is het niet-concurrentiebeding gewijzigd?
Voordat het wetsvoorstel werd ingediend, onderzocht de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het concurrentiebeding. Uit onderzoek blijkt dat werkgevers deze clausule vaak als standaardclausule in Nederlandse arbeidsovereenkomsten opnemen, zonder rekening te houden met de belangen van de werknemer.
Volgens de wetgever wordt het non-concurrentiebeding vaak om de verkeerde redenen gebruikt. Hierdoor worden medewerkers ervan weerhouden om van baan te veranderen en toch binnen hun expertise en specialisatie te blijven werken.
Een nieuw wetsvoorstel
Met het nieuwe wetsvoorstel wil de wetgever het gebruik van het concurrentiebeding beperken. Het voorgestelde wetsvoorstel omvat de volgende bepalingen:
- Beperking van de maximale duur: Een niet-concurrentiebeding is van kracht voor een periode van maximaal één jaar.
- Een niet-concurrentiebeding is alleen geldig als het een geografische reikwijdte omvat.
- Een niet-concurrentiebeding moet een schriftelijke rechtvaardiging bevatten van een substantieel bedrijfs- of dienstbelang dat de beperking rechtvaardigt. Dit geldt al voor arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, maar geldt ook voor arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd.
- Het instellen van verplichte werknemersbeloningen bij de handhaving van een niet-concurrentiebeding. De vergoeding bedraagt maandelijks de helft van het maandsalaris van de werknemer. De verplichte vergoeding moet worden betaald na de laatste dag van de arbeidsovereenkomst.
Huidige regels
Wanneer de voorgestelde wet in 2025 van kracht wordt, blijven de huidige regels van toepassing op niet-concurrentiebedingen die zijn aangegaan vóór de ingangsdatum van de nieuwe wet. Dat wil zeggen dat niet-competitieve categorieën die meer dan een jaar oud zijn en/of geen geografische reikwijdte hebben, moeten worden herzien. De werkgever kan deze clausules alsnog afdwingen.
Wanneer echter na inwerkingtreding van de wet een niet-concurrentiebeding wordt ingeroepen, moet de werkgever de werknemer altijd schadeloos stellen. Dit geldt ook voor concurrentiebedingen die zijn overeengekomen vóór de inwerkingtreding van de wet.
Juridische stappen
Onder het huidige recht kan de werknemer, zodra de nieuwe wet in werking treedt, de rechter verzoeken om (een deel van) het concurrentiebeding op te schorten. De rechter weegt dan de belangen van de werknemer af tegen de belangen van de werkgever. De rechter zal in het bijzonder beoordelen of de werknemer door het non-concurrentiebeding onredelijk wordt benadeeld in relatie tot de belangen van de werkgever, die het non-concurrentiebeding kan gebruiken om zijn eigen bedrijfsmiddelen tegen schade te beschermen.
Heeft u een vraag over het concurrentiebeding of over werken in Nederland in het algemeen? GMW-advocaten Heeft een geschiedenis in het adviseren en assisteren van buitenlanders met de Nederlandse wetgeving. Neem vandaag nog contact met hen op via +31 (0)70 2171935 of per e-mail [email protected].
‘Webgeek. Wannabe-denker. Lezer. Freelance reisevangelist. Liefhebber van popcultuur. Gecertificeerde muziekwetenschapper.’