Jonge onderzoekers bedanken voor een wetenschappelijke carrière
mening | De deur van Rosanne Anholt en Megan Pollack
17 september 2021 | Jonge onderzoekers verlaten steeds vaker een wetenschappelijke loopbaan. Daardoor begon een onopgemerkte crisis, zo schrijven de voorzitter en vicevoorzitter van het Nederlands Promovendi Netwerk (PNN). “Alleen het behouden van jong talent kan de wetenschap van de toekomst garanderen.”
Het nieuwe schooljaar is vorige week begonnen. Het publieke debat gaat vooral over de wijsheid om universiteiten weer volledig hun deuren te laten openen voor grote aantallen studenten. Er wordt echter weinig aandacht besteed aan de enorme werkdruk van universiteiten, de dagen van waarschuwingen voor de Werkgroep WOinActie en het PwC-rapport waaruit blijkt dat universiteiten een structureel tekort hebben van anderhalf miljard euro. Er is echter een andere crisis gaande binnen de wetenschap, een die niet minder aandacht krijgt; Jonge onderzoekers bedankt voor een wetenschappelijke carrière.
In Nederland doen naar schatting 20.000-25.000 jonge wetenschappers promotieonderzoek. Het promotietraject is een proeve van bekwaamheid waarin de promovendus aantoont in staat te zijn zelfstandig wetenschappelijk onderzoek te doen. Alleen goed zijn in onderzoek is echter niet voldoende om door te groeien naar een felbegeerde positie als postdoc of universitair docent. Daarom doen veel promovendi naast hun promotieonderzoek (vaak onbetaald) aanvullend werk, bijvoorbeeld in de vorm van onderwijs, het vertalen van onderzoeksresultaten naar adviezen voor praktijkorganisaties, deelname aan medezeggenschapsraden en participeren in het publieke debat.
Veel promovendi denken erover te stoppen met roken
Daarom is het behalen van een doctoraat een moeilijk proces. van privé zoeken Het blijkt dat meer dan veertig procent van alle promovendi wel eens overweegt te stoppen met hun promotietraject. Ruim 38 procent van de promovendi vertoont ernstige symptomen van vermoeidheid en 47 procent heeft een verhoogd risico op het ontwikkelen van een psychiatrische stoornis, zoals depressie of angst. Buitenlandse promovendi lopen met hun beurzen extra risico’s; Ze krijgen nauwelijks betaald, soms wel vijftig tot 75 procent van het minimumloon. Deze doctoraatsstudenten worden actief gerekruteerd door sommige universiteiten.
Ongeveer 1 op de 5 promovendi in Nederland krijgt ook te maken met ongewenst gedrag op de werkvloer. Dit varieert van het verminderen van ervaren werkstress tot discriminatie, schending van de wetenschappelijke integriteit (bijvoorbeeld door een leidinggevende) en seksuele intimidatie. In een nevenfunctie – promovendi zijn immers afhankelijk van de promotor(en) en promotor(en) – zijn de grenzen echter moeilijk te stellen, zoals ook het geval is Ryan Letcher, decaan van de Universiteit Maastricht, zegt het Interview met de Volkskrant Op 3 september.
Grote afhankelijkheid van promotors en moderators
Met name ‘distinguished onderzoekers’, dat zijn wetenschappers die grote onderzoeksbeurzen ontvangen en dus ook veel doctoraatsstudenten hebben, kunnen een ontluikende wetenschappelijke carrière starten of stoppen. Universiteiten op meest recent Onderzoek door PricewaterhouseCoopers Structureel ondergefinancierd, en wil daarom de geleerden die geld brengen niet kwijtraken. Ze zijn hierbij nog vaak boven hun hoofd Slachtoffers moeten zwijgen.
Tegelijkertijd zijn er ook veel promovendi die een goede relatie hebben met hun begeleiders en begeleiders en die hun promotietraject probleemloos doorlopen. Maar ook zij kijken steeds vaker naar de overheid of het bedrijfsleven als mogelijke vervolgstap na hun promotieonderzoek. Recent onderzoek Hij laat zien dat tachtig procent van de promovendi niet doorgaat in de bètawetenschappen. Niet alleen omdat er simpelweg geen plaats is voor iedereen in de bètawetenschappen, maar ook vanwege wat hen te wachten staat als ze doorgaan in de bètawetenschappen.
Naast een enorme werkdruk en (soms onheilspellende) onderlinge concurrentie hebben jonge wetenschappers vooral te maken met structurele baanonzekerheid. Veel promovendi gaan aan de slag als “wegwerponderwijzers”; Voor een of twee jaar met een onderwijsbevoegdheid van 0,7 voet, waarvan iedereen in het onderwijs weet dat het in de praktijk voltijds werken is. Maar wie verder wil in de wetenschap moet gelijke tred houden met zijn of haar onderzoek; Dit dient in uw eigen tijd te gebeuren. Na de langst mogelijke startdatum krijgen ze vaak het advies om zes maanden te vertrekken, waarna men kan terugkeren (met een nieuw tijdelijk contract), omdat leraren altijd hard nodig zijn. Het is geen toeval dat werkgroepen zich nu verzetten tegen de flexibiliteit van academisch werk als groepen 0,7 Rekruut leiden keel.
Getalenteerd maar teleurgesteld
Getalenteerde en gedesillusioneerde promovendi zien de huidige stand van de Nederlandse wetenschap en zijn dankbaar voor wetenschappelijk werk. De vraag is dus niet langer “Hoe trekken we talent aan”, maar “Hoe behouden we talent?” Dit zou meer vergen dan een e-mail van de Raad van Bestuur over het identificeren en evalueren van zijn personeel; Erkenning en waardering moeten worden vertaald in concrete acties. Dat betekent dat instellingen wetenschappers voldoende tijd moeten geven om hun taken uit te voeren, hun onderzoek serieus moeten nemen in plaats van het te zien als een gedwongen vrijetijdsbesteding of vrijwilligerswerk, en perspectief moeten bieden.
Talent behouden vraagt om een cultuuromslag. Veel jonge wetenschappers willen momenteel niet werken Het overleven van de sterkste-Een cultuur die de academie meer een koopje dan een ‘coole sport’ maakt, zoals Marcel Levy, het nieuwe hoofd van de belangrijkste Nederlandse wetenschapsfinancier NWO, Beschrijving van de vlag. Waardering en waardering vraagt om een cultuur waarin we voor elkaar zorgen in plaats van elkaar uit te buiten, waar we verantwoordelijkheid nemen in plaats van elkaar het zwijgen op te leggen en waarin we elkaar helpen het beste uit onszelf te halen in plaats van elkaar klein te houden. Alleen jong talent behouden garandeert toekomstige wetenschap.
‘Social media-expert. Bekroonde koffie-nerd. Algemene ontdekkingsreiziger. Probleemoplosser.’