× dichterbij
Een selectie van botten van rundvee (ad), schapen (e) en varkens (fi) geanalyseerd in het onderzoek. Met behulp van stabiele isotopenanalyse was het mogelijk het dieet van de dieren waartoe deze botten behoorden te reconstrueren. Rundvee (c) bracht bijvoorbeeld zijn leven door met grazen in bossen, terwijl vee (d) zich voedde met bemeste weilanden of kwelders. Varken (F) foerageert in de kolonie en voedt zich met het achtergebleven kookafval. Credit: Rijksuniversiteit Groningen/EDAN-project
In Noord-Europa, bij Swifterpont in Nederland, hebben archeologen bewijs gevonden van primitief vee. Met behulp van een combinatie van zoölogische, botanische en biochemische methoden onderzochten ze de opkomst van de landbouw in Noord-Europa en ontdekten dat dit niet alleen het vroegste gedomesticeerde vee was, maar dat ze op zeer specifieke manieren werden beheerd.
De landbouw verspreidde zich over Midden-Europa met de migratie van mensen uit de lineaire aardewerkcultuur, ongeveer 7.000 jaar geleden. Ten noorden van deze regio bleven de inheemse volkeren van wat nu Nederland, Noord-Duitsland, Scandinavië en Groot-Brittannië is, echter als jager-verzamelaars leven; Hoe en wanneer zij de landbouw adopteerden, blijft een punt van discussie.
De timing en aard van de veeteelt in het Nederlandse deel van de regio werd bestudeerd in een project aan de Rijksuniversiteit Groningen. De resultaten zijn Gepubliceerd In het tijdschrift Oud.
“Tot nu toe dateert het vroegste duidelijke bewijsmateriaal uit 4000 voor Christus. “Vooral de vraag wanneer dieren overgingen van de jacht naar het domesticeren was moeilijk te achterhalen.”
“Tegen 4240 voor Christus ontdekten we dat de relatie tussen mensen, dieren en planten duidelijk veranderd was. Runderen, schapen en varkens werden samen gehouden met de teelt van gewassen”, zegt dr. Brusgaard. “Bovendien hadden deze vroege boeren verschillende soorten vee die op verschillende manieren werden gevoerd en begraasd.”
× dichterbij
schuld: Oud (2024) DOI: 10.15184/aqy.2024.58
De onderzoekers ontdekten dit via stabiele isotopenanalyse, een biochemische methode die inzicht geeft in het dieet van oude mensen. Door naar de voeding van vee te kijken, ontdekten ze dat deze dieren in twee verschillende groepen konden worden verdeeld op basis van wat ze aten. De ene kudde graasde in bossen, de andere in mestvelden of kwelders.
Het vormt ook een uitdaging voor de manier waarop wij naar vroege boeren kijken.
“Deze resultaten vertellen ons dat er vóór 4240 voor Christus niet alleen boeren in dit gebied waren, maar dat ze hun vee op complexe manieren beheerden, door gebruik te maken van unieke begrazingstechnieken of door specifiek vee van elders te betrekken”, zegt dr. Brusgaard. “Deze vroege boeren hadden ongelooflijk veel kennis over hoe ze vee moesten beheren in deze veranderende omgeving.”
Meer informatie:
Natalie Ø. Brusgaard et al, Early Animal Management in Northern Europe: Multiple Proxy Evidence from the Swifterpond of the Netherlands, Oud (2024) DOI: 10.15184/aqy.2024.58
‘Webgeek. Wannabe-denker. Lezer. Freelance reisevangelist. Liefhebber van popcultuur. Gecertificeerde muziekwetenschapper.’