Deze maand viert het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden de duizend jaar met de tentoonstelling ‘Het Jaar 1000’. Er zijn ruim 400 producten uit Nederland en daarbuiten te zien.
De De hoofdtentoonstelling De keizerlijke residentie in Nijmegen neemt bezoekers mee naar de Utrechtse Dom, de schatkamers van Maastricht, de rijkdommen van Rome en Byzantium duizend jaar geleden. Er zijn ruim vierhonderd archeologische vondsten, kunstvoorwerpen en manuscripten uit binnen- en buitenland te zien. Een prominente rol is weggelegd voor het ‘machtspaar’ keizerin Theophanu en haar echtgenoot Otto II.
In de periode 900-1100 ontstond een ‘Nederland’ dat vandaag de dag nog steeds herkenbaar is, met dijken rond het ingepolderde land, een kasteel achter elke rivierbocht en kerktorens aan de horizon. De tentoonstelling vertelt de verhalen van de mensen die in deze tijd leefden, hun dagelijks leven, hun kijk op de wereld en hun verwachtingen voor de millenniumwisseling.
Alle belangrijke Nederlandse archeologische vondsten uit de periode 900-1100 zijn te vinden in ‘Jaar 1000’. Er worden onder meer een Viking-drinkhoorn uit de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek in Maastricht en de beroemde Egmond-evangeliën van de KB, de Nationale Bibliotheek van Nederland, zwaarden, scheepshout en gouden sieraden, waaronder de recent gevonden schat uit Hookwood, tentoongesteld. , schatten munten, boeken vol edelstenen, het borstkruis van Sint Servaas, oude schaakstukken uit Nederland en een houten ladder uit de put.
Naast de eigen collectie van Leiden zijn er tal van bruiklenen uit binnen- en buitenland. Hiertoe behoren belangrijke stukken uit internationale collecties zoals het Castello Sforzesco (Milaan), het Nationaal Museum van Finland (Helsinki) en het Landesmuseum Kassel. Daarnaast zijn er bruiklenen uit ruim veertig Nederlandse musea, erfgoedinstellingen en particuliere collecties, waaronder de Nationale Numismatische Collectie (Amsterdam), het Museum Katheerijnekonvent (Utrecht) en het Fries Museum (Leverdon).