Als schokkende klap voor Brussel bleek uit een peiling van Redfield & Wilton Strategies voor Euronews dat 76 procent van de ondervraagde Nederlanders vindt dat de nationale regeringen als enige verantwoordelijk zouden moeten zijn voor de financiële en economische regelgeving van hun lidstaten. In het onderzoek werd de volgende vraag gesteld: “Waar zou volgens u de financiële regelgeving moeten worden bepaald?” Meerderheden in bijna alle 12 ondervraagde EU-lidstaten antwoordde dat ze niet vonden dat de EU de schuld zou moeten krijgen.
Estland, Duitsland, Griekenland, Italië en Portugal hadden ratio’s van meer dan 60% ten gunste van meer nationale soevereiniteit als het ging om financiële kwesties.
Alleen in Hongarije daalde het percentage tot net onder de 50 procent voor hetzelfde antwoord, en het bleef toch het meest gekozen antwoord.
De peiling werd gehouden van 4 tot 10 augustus en mat de meningen van 31.000 respondenten uit 12 EU-lidstaten: Estland, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Hongarije, Italië, Letland, Litouwen, Nederland, Polen, Portugal en Spanje.
Ook werd respondenten gevraagd aan te geven of zij vinden dat de Europese Unie en de Europese Centrale Bank zich te veel bemoeien met de aangelegenheden van de lidstaten.
Een groot deel van de burgers in Griekenland (61 procent), Duitsland (34 procent) en Letland (31 procent) vindt dat de Europese Unie en de Europese Centrale Bank zich te veel bemoeien met de economie van hun land.
“De effecten van de aanhoudende eurocrisis van tien jaar geleden zijn nog steeds voelbaar in landen als Griekenland en Italië”, vertelde Dimitar Lilikov, onderzoeksmedewerker bij het Wilfried Martens Centre for European Studies in Brussel, aan Euronews.
“Een groot deel van de bevolking blijft ervan overtuigd dat de crisis werd veroorzaakt door slechte beslissingen op EU-niveau en niet door ernstige tekortkomingen in de nationale banksector, hoge staatsschulden en ongecorrigeerde arbeidsmarkten.”
Hij voegde eraan toe: “Hoewel de eurozone een monetaire unie is, bestaat er geen fiscale unie. Europese landen coördineren het begrotingsbeleid (tekort en schuld) maar de uiteindelijke beslissingen over fiscale zaken (dwz nationale begroting, fiscale prioriteiten) worden door regeringen genomen.”
Lees verder: EU schikt met AstraZeneca na rij Covid-vaccins
De rendementen op staatsobligaties in de eurozone zijn de afgelopen weken gestegen doordat de economische indicatoren en de inflatie in het eenheidsmuntblok de verwachtingen overtroffen.
Beleggers wedden dat de Europese Centrale Bank het debat zal starten over het beëindigen van het Pandemic Emergency Purchase Program (PEPP).
“De dienstensector is veerkrachtig gebleven in het licht van een heropleving van COVID-19-gevallen”, zeiden ING-analisten in een notitie, eraan toevoegend dat de productie is getroffen door verstoringen van de toeleveringsketen.
Het verschil tussen de Duitse 10- en 30-jaars obligatierente bereikte vrijdagochtend 50,5 basispunten, het hoogste niveau sinds begin juli.
Obligaties met een langere looptijd worden gezien als begunstigden van de vrijgevigheid van de ECB en het streven naar rendement, en ze hebben de neiging meer te lijden dan te speculeren over monetaire verkrapping.
De Duitse 10-jaarsrente schommelde rond de -0,377%, iets hoger op de dag en 13 basispunten hoger dan de dieptepunten van vorige maand.
Griekse staatsobligaties werden bijzonder hard getroffen – Griekenland werd voor het eerst opgenomen in de aankopen van de ECB in het kader van het PEPP; Gewoonlijk koopt de centrale bank alleen de schuld van landen met een investeringsrating.
De 10-jaars leenkosten van Griekenland stegen met ongeveer 20 basispunten vanaf het dieptepunt van augustus en stegen met 1,5 basispunt om vrijdag te schommelen in de buurt van de hoogste punten in twee maanden van 0,764 procent.