De elektriciteitsprijzen voor huishoudens in 22 EU-lidstaten stegen in de eerste helft van 2022, vergeleken met de eerste helft van 2021. De grootste stijging (uitgedrukt in nationale valuta) werd opgetekend in Tsjechië (+62%), vóór Letland (+ 59%)) en Denemarken (+57%).
De gegevens wijzen op vijf verlagingen van de elektriciteitsprijzen voor huishoudens tussen de lidstaten: Nederland (-54%), Slovenië (-16%), Polen (-3%), Portugal en Hongarije (beide -1%). De daling in Nederland, Slovenië en Polen werd in verband gebracht met overheidssubsidies en emissierechten, terwijl in Hongarije de prijzen gereguleerd zijn.
Uitgedrukt in euro’s waren de gemiddelde elektriciteitsprijzen voor huishoudens in de eerste helft van 2022 het laagst in Nederland (5,9 euro per 100 kWh), Hongarije (9,5 euro), Bulgarije (10,9 euro) en het hoogst in Denemarken (45,6 euro) en België (€ ) 33,8), Duitsland (32,8 EUR) en Italië (31,2 EUR).
Ook de gemiddelde gasprijs is gestegen, zij het niet in significante mate (55%). Tussen de eerste helft van 2021 en de eerste helft van 2022 zijn de gasprijzen gestegen in 23 van de 24 EU-lidstaten waarvoor gegevens beschikbaar zijn. De gasprijzen stegen het sterkst in Estland (+154%), Litouwen (+110%) en Bulgarije (+108%), voornamelijk gedreven door energiekosten.
Uitgedrukt in euro’s waren de gemiddelde binnenlandse gasprijzen in de eerste helft van 2022 het laagst in Hongarije (2,9 euro per 100 kWh), Kroatië (4,1 euro) en Letland (4,6 euro) en het hoogst in Zweden (22,2 euro), Denemarken ( 16,0 euro) en Nederland (12,9 euro).
Selecteer de tekst en druk op Ctrl + Enter Om een voorgestelde correctie naar de redacteur te sturen
Selecteer de tekst en druk op Meld een fout Om een voorgestelde correctie naar de redacteur te sturen
‘Webgeek. Wannabe-denker. Lezer. Freelance reisevangelist. Liefhebber van popcultuur. Gecertificeerde muziekwetenschapper.’