Op dinsdag (14 maart) keurden de EU-ministers van Financiën nieuwe regels voor schulden en tekorten voor Europa goed. Voorafgaand aan de vergadering had Paolo Genioli, commissaris voor economie, benadrukt dat de nieuwe regels rekening moesten houden met “nieuwe realiteiten”, zoals de energiecrisis.
De door de ministers overeengekomen maatregelen kopieerden veel van de reeds bestaande regels die de Europese Commissie begin 2020 schrapte omdat ze te streng waren om de Covid-19-crisis aan te pakken. Cruciaal is dat de tekortlimiet van 3 procent hetzelfde blijft en dat de schuld beperkt moet blijven tot 60 procent van het bbp.
Het grote verschil is dat schuldvermindering “landspecifiek” wordt en meer flexibiliteit mogelijk maakt. De ministers van Financiën willen af van de “one size fits all”-regel, die vereist dat alle schulden boven de 60 procent van het bbp jaarlijks met vijf procent worden verlaagd.
In plaats daarvan zullen landen en de EU-commissie onderhandelen over een schuldverminderingsplan op basis van de economische situatie, dat ook “hervormingen en investeringen” moet omvatten.
Een bijkomende ondersteunende factor is dat de schuldafbouw binnen vier tot zeven jaar moet beginnen. Er zijn ook enkele formuleringen over minimumniveaus van schuldvermindering, een punt dat door Duitsland en Nederland is aangedrongen, maar hierover zijn nog geen details gegeven.
We hebben lange onderhandelingen voor de boeg
Het voorstel volgt grotendeels een eerder voorstel van de commissie van november vorig jaar. Maar het akkoord van de ministers was nodig om de goedkeuring van de EU-leiders te krijgen tijdens hun top op hoog niveau volgende week. Pas dan kan de Europese Commissie in april met een formeel wetsvoorstel komen. De hoop is dat dit voldoende tijd laat voor landen om het eindelijk eens te worden over een definitieve reeks regels vóór de verkiezingen in het voorjaar van 2024.
Hoewel de plannen vooruitgang konden boeken, blijven er diepe meningsverschillen tussen de lidstaten bestaan. De Duitse minister van Financiën, Christian Lindner, heeft er met name op aangedrongen om de regels en handhaving zo streng mogelijk te maken. Zodra de fiscale regels opnieuw worden geactiveerd, wordt het “de wet”, zei Lindner maandag, twee dagen voor de onderhandelingen, en “we eisen dat landen zaken doen zoals wettelijk vereist.”
De Noordse lidstaten, met name Nederland en Duitsland, geven er de voorkeur aan de schuld- en tekortregels zo nauwkeurig mogelijk te omschrijven. Maar de vraag blijft open hoe strikt de gemeenschappelijke regels kunnen worden gehandhaafd.
Gentiloni zei dat de EU-economie in “onzeker” en “verstikkend” vaarwater blijft. Een realiteit waarmee de regels rekening moeten houden, is een aanhoudende energiecrisis. De onrust veroorzaakt door de Russische invasie van Oekraïne en de daaruit voortvloeiende energiecrisis hebben de schatkist onder druk gezet: stijgende energierekeningen en inflatie hebben de lidstaten gedwongen inkomensondersteunende maatregelen te nemen die volgens de commissie in 2023 tot 2% van het bbp zullen kosten.
De andere realiteit is dat niet alle EU-lidstaten even verantwoordelijk zijn.
groene uitgaven
Moderne analyse Het is gemaakt op verzoek van de commissie Het kwam tot de bevinding dat slechts drie lidstaten (Zweden, Denemarken en Luxemburg) in staat zouden zijn om minimale investeringen te doen om de emissiereductiedoelstellingen (geschat op 1,1% van het bbp) te halen en tegelijkertijd te voldoen aan de voorgestelde schuld- en tekortlimieten.
Alle andere leden zullen elders in de overheidsuitgaven moeten snijden, wat de mogelijkheid opent voor een nieuwe vorm van “groene bezuinigingen”.
Econoom Paul van den Noord, die het onderzoek van het panel schreef, merkte op dat Italië voor een “enorme” taak zou staan om de schulden en tekorten terug te dringen en tegelijkertijd de vereiste investeringsdoelstellingen te halen.
De groene fondsen van de EU zouden haar armere leden kunnen helpen deze kloof te overbruggen. Maar in de praktijk vloeit EU-geld vaak naar rijke regio’s die de menselijke capaciteit hebben om investeringsplannen te schrijven, terwijl armere provincies hun plannen vaak afgewezen zien.
In combinatie met de strikte toepassing van fiscale regels zou dit de bestaande problemen van ongelijkheid binnen de EU kunnen compliceren. “Italië, Frankrijk en Griekenland zullen onder de voorgestelde regels met veel meer beperkingen worden geconfronteerd dan Duitsland, Zweden en Oostenrijk”, zegt Sebastian Mange, een senior campagnevoerder bij de Britse denktank New Economic Foundation.
In plaats daarvan, zei hij, “zou de EU zich er meer op moeten richten dat alle lidstaten de groene uitgavenkloof kunnen dichten.”
‘Webgeek. Wannabe-denker. Lezer. Freelance reisevangelist. Liefhebber van popcultuur. Gecertificeerde muziekwetenschapper.’