Discussies over concurrentievermogen richten zich meestal op minimumlonen, hoewel minimumlonen in geavanceerde economieën alleen relevant zijn voor sectoren met een lage toegevoegde waarde. In het geval van Ierland geldt dit vrijwel uitsluitend voor horeca en werkt 1 op de 12 werknemers in deze sector.
Hier verdient meer dan een derde van de Ierse werknemers minder dan een leefbaar loon van € 12,90 per uur, of € 503 per week.
Voor een afzonderlijk minimumloon adviseerde de Low Loon Commission, die verplicht is om rekening te houden met “nationale concurrentie”-kwesties, echter een verhoging van 30% tot € 10,50 per uur.
Dat is een stijging van 3%, wat, gezien de inflatietrend, in reële termen een aanzienlijke loonsverlaging betekent.
Dit betekent een grotere aftrek voor de vele mensen die hun woning huren.
Hospitality drijft in zekere zin de minste van de dertien sectoren.
Een op de vijf mensen in de branche heeft een tijdelijk contract en bijna de helft van de groep werkt parttime.
Ierland heeft een van de hoogste percentages laagbetaalde werknemers in de ontwikkelde wereld.
Er heeft een internationale verschuiving plaatsgevonden in de economische doctrine, weg van bezuinigingen naar meer gerichte, door de staat geleide investeringen.
De focus op concurrentievermogen in een lageloneneconomie in het Ierse economische discours getuigt van een visie op de economie die haaks staat op de ambities van de meerderheid van het Ierse volk, met name de jongere en hoogopgeleide generaties.
Een opvallend kenmerk van ’s werelds top 10 van ‘meest concurrerende’ economieën is dat het uitsluitend economieën met hoge lonen zijn: Zwitserland, Zweden, Denemarken, Nederland, Singapore, de Verenigde Staten en Hong Kong staan in de top 10 van lijsten voor beide. concurrentievermogen en hoge lonen.
Ierland stond in 2021 op de 13e plaats van de 64 landen en bleef achter op een aantal gebieden, waaronder digitaal concurrentievermogen (20e), infrastructuur (31e), technologische infrastructuur (19e) en wetenschappelijke infrastructuur (20e). Het was Ierlands slechtste relatieve prestatie ten opzichte van de prijzen, met een 46e plaats.
De top tien lijst, volgens BDI per bevolking, bevat ook alle economieën met hoge lonen, met Ierland op de tweede plaats.
Het Nevin Instituut voor Economisch Onderzoek, of NRI, werd opgericht tijdens de recente recessie.
Oplossingen vanuit het oogpunt van de arbeiders vervaagden in 2008.
De recessie was te wijten aan het falen van financiële regelgeving en kapitaal, een feit dat met succes is verdoezeld en vervangen door een vals verhaal over hoge lonen en loonconcurrentievermogen.
Zoals we hebben gezien, moet het concurrentievermogen in hoogwaardige sectoren met hoge lonen centraal staan bij investeringen. Deze investering omvat infrastructuur, onderwijs, opleiding, onderzoek en ontwikkeling.
Het omvat ook bouwdiensten en het verminderen van de hoge kosten die gepaard gaan met Ierse huisvesting, kinderopvang en transport.
Het betekent ook dat er belastingniveaus zijn die typerend zijn voor een geavanceerde economie, waarbij Ierse werkgevers enkele van de laagste PRSI-tarieven in Europa betalen. Dit in overeenstemming brengen met de Europese normen zou ruim zes miljard euro opleveren.
Hopelijk is de bezuinigingsbug verleden tijd.
‘Webgeek. Wannabe-denker. Lezer. Freelance reisevangelist. Liefhebber van popcultuur. Gecertificeerde muziekwetenschapper.’