Na een jaar van kritisch onderzoek heeft de Nederlandse regering woensdag formeel de banden verbroken met een van de zes Palestijnse maatschappelijke organisaties die Israël eind 2021 tot controversiële terroristische groepering verklaarde.
De twee Nederlandse ministers schreven in een gezamenlijke brief dat Nederland geen landbouwwerkgroepen meer zou financieren, of de laatste tranche van de reeds begrote Nederlandse subsidie aan het bedrijf zou overmaken.
Afgelopen oktober verklaarde Israël de UAWC en vijf non-profitorganisaties die zouden zijn aangesloten bij het Volksfront voor Palestijnse Bevrijding als terroristische groeperingen. De aankondiging leidde tot internationale veroordeling; Israël verdubbelde en beweerde dat het bewijs dat de classificatie ondersteunde “ijzersterk” was.
Israël heeft de groepen ervan beschuldigd Europese donoren voor miljoenen dollars te hebben opgelicht en vervolgens over te stappen op PFLP. Een review door de Nederlandse overheid vond geen bewijs dat de UAWC dit had gedaan.
Minister van Buitenlandse Zaken Ben Knapen en minister van Buitenlandse Zaken Tom de Brujin schreven: “Externe evaluatie toont geen bewijs van financiële stroom tussen de UAWC en de PFLP.
Externe onderzoekers vonden echter enkele overeenkomsten tussen de leden van de twee bedrijven.
“Er zijn een aantal belangrijke periodes geweest van persoonlijk contact tussen UAWC-staf en teamleden en de PFLP. Het feit dat UAWC-bestuursleden een rol spelen in beide organisaties is een punt van bijzondere zorg”, schreven de twee Nederlandse ministers.
Externe onderzoekers ingehuurd door de Nederlandse regering concludeerden dat UAWC-leden waarschijnlijk niet op de hoogte waren van de politieke voorkeur. Maar in hun brief zeiden Nederlandse diplomaten dat het “redelijk” was dat de organisatie op de hoogte was van de PFLP-relaties van de groepsleden.
Na de arrestatie van twee UAWC-medewerkers door Israël wegens terrorisme, heeft Nederland in juli 2020 al zijn non-profitfonds opgeschort. Abd al-Razik Farraj en Samir Arbeet, twee werknemers, werden later beschuldigd van het doden van de Israëlische tiener Rina Schneiber bij een bermbomaanslag in 2019.
Volgens een onderzoek door de Nederlanders, hoewel de twee geen door Nederland gesteunde ontwikkelingsprojecten leidden, hielpen hun financiën om de salarissen van twee werknemers te betalen.
Het Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken begroette het besluit van Nederland als een “belangrijke en lovenswaardige aankondiging”. Nederlandse onderzoekers hebben geweigerd commentaar te geven op het feit dat er geen bewijs is gevonden voor de andere beweringen van Israël over non-profit.
“Israël zal de dialoog met Nederland en andere landen over deze organisaties voortzetten. Ondersteuning hiervan is een schending van de Israëlische wet”, aldus het ministerie van Buitenlandse Zaken in een verklaring.
In een verklaring veroordeelde de UAWC het besluit om de financiering op te schorten en noemde het “schokkend en diep bezorgd”.
“We zijn geschokt dat de Nederlandse regering is gestopt met het financieren van de leidende Palestijnse maatschappelijke organisatie op basis van persoonlijke contacten”, zei de groep, eraan toevoegend dat er feitelijke fouten waren in het onderzoek.
UAWC, opgericht in 1986, voert landbouwprogramma’s uit namens tienduizenden Palestijnse boeren. Volgens de directeur profiteren ongeveer 25.000 Palestijnse gezinnen van het werk van de groep.
“We hebben geen sektarische, religieuze of sektarische banden. Wij geloven niet in dergelijke relaties. We maken deel uit van het maatschappelijk middenveld’, vertelde directeur Fouad Abu Cheef in een eerder interview aan The Times of Israel.
Abu Seif zei dat de terroristische betrokkenheid van Farraj en Arbeet niet representatief was voor de honderden mensen die in de organisatie werken.
“We hebben het over twee mensen onder honderden werknemers en duizenden gezinnen. Wat voor belachelijke onzin zou ons neerhalen met zo’n operatie”, zei Abu Saif.
‘Webgeek. Wannabe-denker. Lezer. Freelance reisevangelist. Liefhebber van popcultuur. Gecertificeerde muziekwetenschapper.’