Toegesproken door vertegenwoordigers van de Nederlandse krijgsmacht Toekomstige soldatentechnologie Tijdens de conferentie van 8 maart (FST) onthulden ze een formidabele uitdaging waarmee de Defensie Materieel Organisatie (DMO) momenteel wordt geconfronteerd.
Nederland heeft momenteel twintig jaar aan verouderde soldeerapparatuur. Dit probleem wijst op de noodzaak van een nieuwe cultuur om innovatie in hun toeleveringsketens te introduceren.
Deze strategie stelt de DMO in staat om de beste uitrusting aan te schaffen en te leveren voor de paraatheid en operaties van hun afgestegen soldaten.
Col. Art van Beekhuizen, programmamanager van het Soldier Modernization Program van de DMO, en zijn collega Ilse Kroesen, systeemintegratiemanager voor de individuele soldaat, schetsten het probleem van het moderniseren van Soldier-apparatuur met een cultuur die innovatie verstikt.
Van Beekhuizen zei dat de DMO “geconfronteerd heeft met een lage voorraadverplichting” omdat de apparatuur oud is en ze in de toekomst niet opnieuw projecten voor het upgraden van apparatuur willen starten.
Nederland Beveiligingsvisie 2035 Het is gemaakt met de veronderstelling dat “tegen 2035 het verdedigingssysteem een slim, technologisch geavanceerd systeem zal zijn.” Het ontbreken van een cultuur die zowel digitale als geïntegreerde oplossingen promoot, zal er zeker toe leiden dat het koninkrijk achterop raakt.
Culturele verandering
Van Bekuysen en Kroesen stellen dat de achterstand van verouderde soldatenmiddelen een cultuur heeft gecreëerd waarin groei wordt ontmoedigd.
In dit geval suggereert GlobalData in haar rapport De Nederlandse Beveiligingsmarkt, 2023-28 Een deel van de oplossing van het land wordt getoond door wijzigingen in hun inkoopproces.
Nederland is van oudsher een handelsland. Hoewel deze praktijk enkele voordelen biedt, zoals leveringssnelheid en kosten voor onderzoek en ontwikkeling, besluit de Nederlandse krijgsmacht de aanschaf van COTS/MOTS-componenten stop te zetten.
Men hoopt de Nederlandse industriële kennisbasis te verbeteren door kleine en middelgrote ondernemingen en andere binnenlandse bedrijven te financieren om deze gebieden te ontwikkelen. Het zal de Nederlandse defensiesector versterken en de Nederlandse krijgsmacht unieke capaciteiten bieden.
Bovendien zorgen de financieringsmogelijkheden voor veel innovatieve technologieën die door de Nederlandse overheid worden geboden ervoor dat de krijgsmacht de belangrijkste klant is voor technologie die via ontwikkeling wordt gefinancierd.
In tegenstelling tot het integreren van COTS, is dit in lijn met de oplossing van Van Begehuizen om “verschillende merken te omarmen en opties te geven aan Nederlandse spelers”, waarmee een beter resultaat zou worden bereikt op basis van de behoeften van Nederlandse spelers.
Op deze manier zal de DMO de beste soldatentechnologieën van verschillende aannemers in hun binnenlandse industriële basis leveren met optimale overlevingskansen, mobiliteit, dodelijkheid, duurzaamheid en C4I-overwegingen.
Digitale integratie
De Nederlanders Beveiligingsvisie 2035 En zegt: “Het beveiligingssysteem moet anders worden ingericht… Groeiende technologische mogelijkheden vragen om een nieuwe manier van werken: meer technologie en kennisintensiever, oftewel arbeidsintensiever. Ook in een krimpende arbeidsmarkt automatisering, digitalisering en robotisering bieden kansen: door een ’team’ van mensen en machines op te zetten kunnen we het beste uit onze mensen halen en ons (vaak gevaarlijke) werk veiliger maken.
Grossen benadrukte ook dat ze interfaces met alle uitrusting van een soldaat binnen een kubieke meter als een systeem moeten beheren. Dit creëert een systeem van computerarchitectuur dat een grote digitale transformatie vereist.
Door de Soldier-technologieën van het land te integreren, van hun slimme vesten tot hun voertuigen, binnen een gemeenschappelijk kader van “alles moet verbonden zijn”, zullen Soldiers naadloze communicatie en optimale prestaties mogelijk maken.
‘Webgeek. Wannabe-denker. Lezer. Freelance reisevangelist. Liefhebber van popcultuur. Gecertificeerde muziekwetenschapper.’