De druk op Nederland nam toe in de aanloop naar hun indrukwekkende 3-0 overwinning op Roemenië in de achtste finales, maar deze prestaties in de eerste helft keerden terug naar hun oude gewoonten.
Passief, voorspelbaar en zwak. Ze hadden moeite om de Turkse dreiging het hoofd te bieden door een tegenaanval uit te voeren en creëerden geen doelpunt dichtbij genoeg aan de andere kant.
Een onmiddellijke verandering was nodig omdat Türkiye werd gesteund door rauwe steun in Berlijn, waarbij elke spreuk van Nederlands balbezit werd gefloten en de doorgaans levendige oranje steun werd overtroffen.
Koeman aarzelde niet en werd beloond voor zijn lastige besluitvorming, want hij passeerde bij rust op Steven Bergwijn en bracht Weghorst in.
De aanvaller maakte meteen indruk en veroorzaakte problemen met zijn lengte in het strafschopgebied, intelligente runs en werktempo in de verdediging.
Nadat Nederland het initiatief had genomen, moest Nederland een moeilijke strijd voeren met Türkiye, vastbesloten een antwoord te vinden dat nooit kwam.
Doelman Bart Verbruggen blokte laat in de wedstrijd een schot van Kerim Akturkoglu, waarbij De Vrij cruciale reddingen maakte in het strafschopgebied.
De ongebruikte invaller Bertog Yildirim werd van het veld gestuurd vanwege iets dat hij tegen de scheidsrechters had gezegd, en even later vielen de Nederlandse spelers bij het laatste fluitsignaal opgelucht op hun knieën, waarbij de topscorer van het toernooi, Jacobo, ter viering op de grond viel.
Maar het was Weghorst die de meeste bewondering van de fans oogstte, aangezien zijn bevlogen optreden in de tweede helft het verschil maakte.