JTA – Veertien Nederlandse universiteiten zeggen naleving op te schorten Vrijheid van informatie Van de pro-Palestijnse organisatie over hun relaties met Israëlische en Joodse organisaties.
Veertien publiek gesponsorde organisaties, waaronder de Universiteit van Amsterdam, de Universiteit van Utrecht en de Technische Universiteit Delft, maakten dinsdag bekend in een gezamenlijke verklaring na een shout-out vorige week over de vraag van The Rights Forum. Een antisemitisme.
Lees het rapport van de Overkoepelende Commissie, die de universiteiten van Nederland en de openbare universiteiten van het land vertegenwoordigt, die stelt dat de vraag “tot een gevoel van angst en onveiligheid leidde”.
In het rapport staat dat de bedrijven hebben gevraagd om een niet-gepubliceerde “uitbreiding van de tijd” om aan de vraag te voldoen, wat betekent dat “momenteel geen verdere actie wordt ondernomen om de informatie op te halen, te verzamelen en/of te verzenden”.
Het rapport zei ook dat universiteiten de wettelijke vereisten van de Freedom of Information Act, die haar juridische status verschafte om vragen te stellen, in evenwicht zouden brengen met andere wettelijke kaders, waaronder het “garanderen van de veiligheid” van universitair personeel.
Omdat de vraag in Nederland gecertificeerd was als het WOB-verzoek, zijn universiteiten begonnen met het verzamelen van informatie over wettelijk verplichte naleving bij een publieke of door de overheid gefinancierde instantie.
Op verzoek van Gerard Jongman, directeur van The Rights Forum, schreef Op verzoek van de WOB zoekt hij documenten of informatie op over ‘Israëlische universiteiten, bedrijven en bedrijven, en zakelijke relaties met organisaties die de steun aan de staat Israël bevorderen’.
Tientallen bedrijven die door Jongman worden vermeld, zijn onder meer Christians for Israel, Elbit, de maker van Israëlische wapens en veiligheidssystemen en de rechtse pro-Israëlische Nederlands-Joodse Vereniging.
Maar de lijst bevat ook grote joodse organisaties in Nederland en elders die zichzelf niet als Israëli’s definiëren of zich alleen op Israël richten.
Onder die groepen was de Anti-Defamation League, The Centraal Joods Bestuur van NederlandDe International Holocaust Remembrance Alliance, tevens het Nationaal Coördinatiebureau voor de Antisemitismebestrijding van de Nederlandse regering, onder leiding van Pinoy Prith en Edo Verdoner, een jood.
De Centrale Joodse Raad noemde het verzoek antisemitisch en drong er dinsdag bij universiteiten op aan om hieraan niet te voldoen. Rabbi Binyom Jacobs, de opperrabbijn van Nederland, beschreef de eis als antisemitisch en de overeenkomst met het gedrag van nazi-collaborateurs.
Het rechtenforum heeft niet gereageerd op een verzoek om commentaar van de Joodse Telegraaf.
De groep werd opgericht door de voormalige premier van Nederland, Trice von Akt, en de Centrale Joodse Raad noemde hem de Antisemit. Von Act heeft dit afgewezen als een poging om zijn kritiek op Israël buiten de wet te stellen.
Van Gogh beschuldigde onlangs Israëlische kolonisten van het vergiftigen van hun Palestijnse buren, wat critici ertoe bracht hem te beschuldigen van opnieuw antisemitisch bloedvergieten.
In 2008 vergeleek hij Israël met nazi-Duitsland en presenteerde hij een televisietoespraak van een Hamas-leider tijdens een bijeenkomst in Rotterdam.
Von Act zei ook dat Joden “een land” in Duitsland hadden moeten krijgen in plaats van Israël. Volgens de Federale Joodse Raad van Nederland prees de PvdA in 2017 haar gelederen als “goed ondanks de sterke Joodse lobby voor de Palestijnen”. Hij was de minister van Justitie van het land in de jaren zeventig, daarbij verwijzend naar zijn “Arische” wortels in het uitleggen van plannen om vier nazi-oorlogsmisdadigers om gezondheidsredenen gratie te verlenen.