NASA heeft zojuist een nieuwe galerij met afbeeldingen vrijgegeven die röntgengegevens van het Chandra X-Ray Observatory combineert met andere waarnemingen gemaakt door instrumenten zoals de Hubble-ruimtetelescoop. Het resultaat is een hele reeks schitterende foto’s met oude objecten in een vorm die we nog nooit eerder hebben gezien. En de beelden zijn een verleidelijk voorproefje van wat we de komende jaren kunnen verwachten als de James Webb Space Telescope en andere nieuwe instrumenten hun wetenschappelijke missies serieus beginnen.
De nieuwe fotogalerij toont vijf afbeeldingen die astronomen decennialang hebben bestudeerd, maar de röntgengegevens helpen om functies te verlichten die onzichtbaar zijn door meer conventionele waarnemingen. Hierboven zie je een foto van Cassiopeia A, een supernovarest op 11.000 lichtjaar afstand. Röntgenstralen onthullen verschillende concentraties van elementen zoals silicium (rood), zwavel (geel), calcium (groen) en ijzer (lichtpaars). Die afbeelding combineert ook radiogolfgegevens gemaakt door de aardgebonden Karl Jansky Very Large Array (donkerpaars, blauw en wit), plus een optische afbeelding gemaakt door Hubble (oranje).
De andere objecten in de galerij zijn onder meer het stellaire paar R Aquarii, de Gitaarnevel, het melkwegcluster Abell 2597 en het spiraalstelsel NGC 4490.
Door verschillende sets waarnemingen van verschillende instrumenten te combineren, hopen astronomen een veel beter begrip te krijgen van hoe dit soort objecten zich hebben gevormd en zich momenteel gedragen. De nieuwe foto’s zijn een teken van wat er gaat komen als we verder gaan met missies zoals de JWST (die het universum in infrarood observeert) en de Imaging X-ray Polarimetry Explorer (een gezamenlijke missie van NASA en het Italiaanse ruimteagentschap om kosmische X te bestuderen -stralen).
Moeilijk voor te stellen dat dit soort ruimtefoto’s over een paar jaar gewoon de norm zullen zijn.
‘Webgeek. Wannabe-denker. Lezer. Freelance reisevangelist. Liefhebber van popcultuur. Gecertificeerde muziekwetenschapper.’