Uit een nieuwe studie blijkt dat mensen met een depressieve stoornis vaker afdwalen dan gezonde volwassenen. Deze individuen beschouwden hun afdwalende gedachten als negatiever. Het afdwalen van gedachten kwam vaker voor bij depressieve personen die aangaven meer negatieve en minder positieve stemmingen te ervaren. Het onderzoek is gepubliceerd in Dagboek van affectieve stoornissen.
Mind-dwaling is het automatisch verleggen van de aandacht van de huidige taak of externe omgeving naar interne gedachten of dagdromen. Dit gebeurt meestal wanneer mensen zich bezighouden met routinematige of weinig veeleisende activiteiten. Tijdens gedachtendwalen denken mensen na over hun verleden, toekomst of niet-gerelateerde onderwerpen. Het afdwalen van gedachten kan de creativiteit en het oplossen van problemen bevorderen, maar veelvuldig of overmatig afdwalen van gedachten is in verband gebracht met negatieve gevolgen, waaronder herkauwen en slechte emotionele regulatie.
Bij depressieve personen heeft het afdwalen van de geest de neiging zich te concentreren op negatieve gedachten, spijt of angsten, wat bijdraagt aan een aanhoudend neerslachtig humeur en gevoelens van hopeloosheid. Studies tonen aan dat mensen met een depressie frequente en oncontroleerbare afleiding ervaren, wat de symptomen kan verergeren. Deze neiging tot herkauwen verhoogt de cognitieve belasting en verstoort de focus en productiviteit.
Studie auteur Matthew S. Welhave en zijn collega’s willen graag beter inzicht krijgen in de frequentie waarmee de gedachten afdwalen bij mensen met een depressieve stoornis in het dagelijks leven, vergeleken met gezonde mensen. Ze wilden ook de inhoud van gedachtendwalen onderzoeken. In tegenstelling tot de meeste eerdere onderzoeken die zich baseerden op formele metingen en beoordelingen, paste dit onderzoek een ervaringssteekproefontwerp toe, waarbij deelnemers meerdere keren per dag rapporteerden over hun ervaringen.
De auteurs veronderstelden dat mensen met een depressieve stoornis vaker in hun gedachten zouden ronddwalen en zich meer op het verleden zouden concentreren. Bovendien verwachtten ze dat veelvuldig afdwalen van de gedachten verband zou houden met negatieve gemoedstoestanden.
Tot de deelnemers aan de studie behoorden 106 volwassenen, allen moedertaalsprekers van het Engels en tot 40 jaar oud. Drieënvijftig van hen waren gezond en hadden geen voorgeschiedenis van psychische stoornissen, terwijl bij de overige 53 een depressieve stoornis werd vastgesteld. Deelnemers met een depressieve stoornis waren iets ouder, met een gemiddelde leeftijd van 28 jaar, vergeleken met 25 jaar onder gezonde deelnemers. Bijna 70% van de deelnemers in beide groepen was vrouw.
De auteurs van het onderzoek voorzagen de deelnemers van een draagbaar elektronisch apparaat waarop het Experience Sampling Program 4.0 was geïnstalleerd. Gedurende zeven tot acht dagen werd de deelnemers acht keer per dag (tussen 10.00 uur en 22.00 uur) willekeurig gevraagd om te rapporteren over hun huidige ervaringen, met een maximum van 56 prompts gedurende de periode. Gemiddeld voltooiden de deelnemers ongeveer 43-44 prompts, met vergelijkbare aantallen in beide groepen.
De prompts vereisten van de deelnemers dat ze rapporteerden of hun gedachten afdwaalden op het moment van de prompt (‘Op het moment van de piep waren mijn gedachten aan het afdwalen naar iets anders dan wat ik aan het doen was’), hun positieve en negatieve emoties (‘Ik voel me blij/opgewonden/alert/energiek op dit moment”), en “Ik voel me verdrietig/angstig/boos/gefrustreerd/schaamte/walgelijk/schuldig op dit moment”), en om een korte beoordeling van herkauwen te voltooien (gebaseerd op de Rumination Response Scale) .
De resultaten toonden aan dat deelnemers met een depressieve stoornis meer dan twee keer zo vaak hun gedachten afdwaalden als gezonde controlepersonen. Deze individuen meldden dat ze in 37% van de stimuli afdwaalden, vergeleken met slechts 17% bij gezonde controles. De verschillen in de frequentie van het afdwalen van gedachten tussen personen met een depressieve stoornis waren significant groter dan bij gezonde proefpersonen.
Er was echter geen verschil tussen de twee groepen in de tijdsfocus van hun dwalende gedachten, waarbij gezonde deelnemers tijdens deze experimenten net zo veel aan het verleden dachten als depressieve individuen.
Mentale dwalingen onder mensen met een depressieve stoornis hadden ook vaak een negatieve toon. Deze individuen meldden dat hun gedachtendwalingen 42% van de tijd een negatieve valentie (negatieve emotionele toon) hadden, vergeleken met slechts 10% onder gezonde deelnemers. De gedachten van depressieve mensen dwalen vaker af als ze een hogere negatieve stemming en een lagere positieve stemming ervaren, maar deze associatie tussen stemming en afdwalen van de geest was afwezig bij gezonde individuen.
Het huidige afdwalen van gedachten voorspelde toekomstige positieve stemmingsniveaus bij depressieve individuen, maar niet bij gezonde deelnemers. Daarentegen voorspelde de huidige stemming, of deze nu negatief of positief was, geen toekomstige afdwalingen van de geest. Dit kan erop wijzen dat het afdwalen van gedachten de stemming beïnvloedt, vooral de positieve stemming, en niet andersom.
“Individuen met MDD [major depressive disorder] Ze maken vaak melding van het afdwalen van hun gedachten in het dagelijks leven, en dit lijkt verband te houden met emoties. De auteurs van het onderzoek concludeerden dat het afdwalen van gedachten onaangepaste effecten kan hebben bij depressieve stoornissen en als doelwit voor interventie zou kunnen dienen.
De studie werpt licht op ervaringen van gedachtendwalen bij depressie. Het onderzoek concentreerde zich echter slechts op enkele aspecten van afdwalende gedachten en taakongerelateerde gedachten. Ze vroegen niet hoe vrij de gedachten van de deelnemers op dat moment waren. Daarom blijft het onbekend of dit afdwalen van de geest onbedoeld is of niet. Bovendien waren de deelnemers aan het onderzoek allemaal relatief jong. De resultaten in oudere groepen zijn mogelijk niet identiek.
papier “Afdwalen van gedachten in het dagelijks leven bij mensen met een depressie: een voorbeeldonderzoek naar ervaringen.“Geschreven door Matthew S. Wilhaff, Jutta Mata, Susan M. Jaeggi, Martin Boschkuil, John Jonides, Ian H. Gottlieb en Renee J. Thompson.
‘Webgeek. Wannabe-denker. Lezer. Freelance reisevangelist. Liefhebber van popcultuur. Gecertificeerde muziekwetenschapper.’